In 1997 werd ik gevraagd om twee maanden mee te gaan als kok naar de Biënnale van Venetië. Het zou mijn eerste kennismaking zijn met het langdurig koken voor een groep mensen. Iets wat ik sindsdien regelmatig doe voor de filmcatering. Het bijzondere is dat je door en met het eten een band krijgt met de mensen voor wie je kookt, maar zij ook onderling. Het eten is dan niet alleen fysieke brandstof, maar ook een samenbindend ontspannend ritueel waar mensen ook weer energie uit putten om samen verder te gaan.
Voor mijzelf was het tevens het breekpunt om mijn kunstenaarschap achter mij te laten en als kok verder te gaan. Hoewel ik nog regelmatig in de kunst of in een kunst gerelateerde context werk (zie concept catering) heeft het mij bevrijd van de door mij als knellend ervaren korset van het kunstcircuit.
Eten gaat makkelijk over grenzen heen: tussen disciplines, tussen verschillende groepen mensen, tussen sociale lagen, tussen individuen en tussen culturen. Het is noodzaak en ritueel tegelijk, basaal en verheven maar altijd in verband met elkaar. Het hoort bij het leven als ademhalen maar kan zich ook verheffen tot vermaak, genot, emotie en inzicht.
Zonder de kunst had ik nooit op deze manier over eten kunnen denken. Maar het eten koken zelf stelt mij in staat alles wat ik belangrijk vindt in het leven vorm te geven, aan te raken te bezielen en door te geven. Iets wat mij als beeldend kunstenaar nooit lukte, lukt mij als kok wel. Het zaad hiervoor is gelegd bij 'galerie Het Avondeten', maar pas in Venetië tot bloei gekomen.
Een recept uit deze periode wil ik u niet onthouden: Gnocchi met tomaten krabsaus zie ook Anekdote hierover.
Het filmpje is een hermontage van een item uit Panorama Vrijdag.